Beweging 10: Handelen in dankbaarheid
10.1 Dankbaarheid in de Geestelijke Oefeningen
Dankbaarheid loopt als een terugkerend refrein door de Geestelijke Oefeningen en vormt het slotakkoord ervan. In de laatste beschouwing nodigt Ignatius de retraitant uit om – als in een terugblik – alle goede gaven van God te overwegen, om zo tot meer liefde te komen:
“Mij de ontvangen weldaden in herinnering brengen: schepping, verlossing en persoonlijke gaven aan mij. Met grote innigheid afwegen wat God onze Heer voor mij allemaal heeft gedaan en wat Hij mij allemaal heeft gegeven.” De ignatiaanse pedagogie sluit hierbij aan. Dankbaarheid kan gezien worden als een bekroning van alle ‘bewegingen’ die we in deze tekst overlopen hebben.
10.2 Vertrouwen en dankbaarheid tegenover pessimisme en verzuring
Onze pedagogie gaat uit van de hoop en het vertrouwen dat ons leven goed is en bedoeld als een geschenk. Binnen dat grote bevrijdende perspectief kan er dankbaarheid groeien, zowel voor de gave van het leven als geheel, als voor iedere kleinere zegening apart.Dankbaarheid kan spontaan in ons naar boven komen bij vreugdevolle of andere bijzondere gebeurtenissen. Natuurlijk zijn er vele redenen te vinden om niet opgewekt te zijn. Maar pessimisme en verzuring werken uiteindelijk verlammend. Hoop, blijdschap, dankbaarheid, zelfrelativering, geduld en enthousiasme maken energie los. Hier aandacht aan schenken en ruimte voor laten, is levengevend.
10.3 Een prachtig beroep
Om die blijdschap en dankbaarheid te voeden, hoeven we maar de voorgaande bewegingen te overlopen. Wij hebben een prachtig beroep. Jonge mensen worden door hun ouders aan ons toevertrouwd. Op onze beurt treden wij die jonge mensen met vertrouwen tegemoet, hoe lastig en dwars ze soms ook kunnen zijn. Met persoonlijke zorg begeleiden wij hen om het beste uit zichzelf te halen. Wij laten hen van kennis proeven en introduceren hen in de schoonheid van een vak. Daarbij bieden we hen een stevig studiekader en bemoedigen we hen waar het moeilijk gaat. We begeleiden hen bij de reflectie op hun leerervaringen en helpen hen om te onderscheiden waar het in hun leven op aankomt. Wij leren samen te werken en we bouwen met hen de school op tot een gemeenschap. Wij openen hun de ogen voor de wereld in al zijn veelzijdigheid en bieden hen een perspectief van hoop. We stimuleren om talenten te ontwikkelen in dienst van de anderen en speciaal zorg te hebben voor de noodlijdenden.
10.4 De kunst om te ontvangen
Omgekeerd ontvangen wij veel van onze leerlingen: hun vertrouwen en aanhankelijkheid, hun moed om door de leerstof heen te bijten, hun spontane en onverwachte opmerkingen en vragen. We mogen getuige zijn van hun ontwikkeling, van hun zoektocht naar identiteit, van hun vriendschappen en onderlinge solidariteit, van hun creativiteit en hun inzet voor anderen. We zien onze leerlingen opgroeien van basisschoolkinderen tot jongvolwassenen en kunnen ons daarbij steeds opnieuw laten verrassen. Hoe leerlingen zich ontwikkelen, ligt niet in onze handen. Het meeste gebeurt buiten ons om. “Het zaad kiemt terwijl de boer slaapt”, zegt Jezus. Het bevrijdt ons van een te groot plichtsgevoel. Leerlingen zijn immers niet ‘maakbaar’. We zijn er ons dankbaar van bewust dat er in leerlingen meer groeit dan datgene wat wij hen kunnen aanreiken.
10.5 Vorming van leerlingen tot dankbaarheid
Door wat onze leerlingen ervaren op school hopen we dat ze uitgroeien tot dankbare mensen. Dat kan pas als ze zich fundamenteel aanvaard en bemind weten en een positief zelfbeeld ontwikkelen. Leerkrachten en andere opvoeders kunnen daarbij helpen door te zorgen voor een veilige sfeer in de klas en op school, waarin iedere leerling zich thuis voelt en vriendschappen kunnen ontwikkelen. Het zelfrespect van leerlingen wordt gevoed als hun aanleg, groei en inspanningen herkend en erkend worden. Op basis van die waardering kunnen ze zich ontplooien. Elke mens heeft zijn beperkingen en die moeten we kunnen accepteren zonder het gevoel te hebben minder waard te zijn. Elke leerling wordt begeleid om tot groei te komen. Vooral leerlingen met achterstand op studiegebied en met problemen in de thuissituatie worden extra begeleid. Op die manier vertrouwen we erop dat leerlingen tot een fundamenteel besef van dankbaarheid komen en tot het engagement om ook aan anderen levensruimte en levenskansen te geven.