Beweging 5: Reflecteren en kritisch kiezen

Een mens leert het meest van zijn ervaringen en de reflectie daarop. Aan die reflectie levert Ignatius een unieke bijdrage met zijn inzichten over de ‘onderscheiding van de geesten’ (5.1).
Reflectie speelt een belangrijke rol in de ignatiaanse spiritualiteit (5.2).
De ignatiaanse pedagogie maakt ruimte voor reflectie en onderscheiding door leerlingen en leerkrachten (5.3)
 

5.1 ‘Onderscheiding der geesten’ bij Ignatius

Reflectie is een sleutelelement in de bekeringsgeschiedenis van Ignatius. Op zijn ziekbed in Loyola ontdekt hij dat hij door verschillende gemoedsstemmingen wordt bewogen en dat die stemmingen afhangen van waar hij zich mee bezighoudt. Wanneer hij droomt van zijn ridderidealen, dan komt hij daarmee prettig de tijd door, maar na afloop laten die dromen een dor en onvoldaan gevoel achter. Droomt hij er echter van om dingen te doen “waarvan hij gezien had dat de heiligen die hadden gedaan, dan vond hij niet alleen troost zolang hij daar in gedachten mee bezig was, maar bleef hij ook tevreden en opgewekt nadat hij ze had losgelaten”. Voor het eerst wordt Ignatius zich bewust van de innerlijke ‘bewegingen’ die in hem leven. Geleidelijk aan leert hij er mee omgaan.

Attent zijn op wat gebeurtenissen en dingen innerlijk met ons doen, noemt de traditie ‘onderscheiding van de geesten’. Ignatius ziet in de onderscheiding een richtingwijzer van de Schepper. We kunnen op Zijn spoor komen door de ingevingen te volgen die uiteindelijk troost en vrede geven. De andere ingevingen, die dor, leeg en troosteloos maken, ziet hij als het dwaallicht van de “vijand van de menselijke natuur”24. Ignatius stemt voortaan zijn leven af op dit onderscheid. Het wordt de kern van zijn spiritualiteit.

Ignatius’ ‘onderscheiding van de geesten’ vindt echter niet in het luchtledige plaats. Hij ontdekt de innerlijke bewegingen door zijn leven te beschouwen in het licht van een zinvol perspectief: een verinnerlijkt, bewust beleefd geloof. Het is dat perspectief dat hem voller mens maakt, en dus troost geeft, eerder dan zijn vroegere op zichzelf gerichte ambities. Ook in ons opvoedingsproject is het christelijke perspectief het oriëntatiepunt voor reflectie.

5.2 Persoonlijke reflectie in het hart van de ignatiaanse spiritualiteit

Reflectie is in de ignatiaanse spiritualiteit een sleutelelement. We laten bezinken wat we tijdens de voorgaande periode of activiteit meegemaakt hebben, en staan stil bij wat dit met ons doet. Daarbij maken we onderscheid tussen wat rust, energie of creativiteit geeft, dan wel moedeloos, neerslachtig of futloos maakt. We doen dit met de bedoeling te groeien, om open te bloeien als mens. Onderscheiding houdt immers in de verschillende bewegingen “enigszins te voelen en te onderkennen, de goede om erop in te gaan, de slechte om ertegen in te gaan”25. Het is een innerlijk kompas voor onze keuzes.

5.3 Reflectie en onderscheiding in de klas

Reflectie, zowel op persoonlijk vlak als klassikaal, maakt deel uit van de ignatiaanse pedagogie. Elke vakinhoud kan aanleiding geven tot reflectie en kritische onderscheiding. We leren bijvoorbeeld onze leerlingen kritisch en onderscheidend om te gaan met de tijdsgeest waarin zij leven en met alle informatie die op hen afkomt. Daarnaast kunnen reflectie en onderscheiding ook van belang zijn voor de persoonlijke begeleiding van leerlingen. Leerlingen komen immers zichzelf tegen in wat hen verheugt en dwarszit, in hun successen en frustraties, in hun studiemotivatie en gebrek aan studiezin, in hun vriendschappelijke contacten en in de ervaring afgewezen te worden, in hun ontplooiingsdrang en in hun angsten, in wat ze goed gedaan hebben en waar ze in de fout gingen. Klas- en vakleerkrachten moeten leerlingen leren omgaan met die innerlijke stemmingen. We willen leerlingen in staat stellen om de positieve krachten in zichzelf te herkennen en ze te onderscheiden van de neerhalende krachten, om zo te komen tot een zelfkritische onderscheiding. Leerlingen mogen hun eigen ‘stem’ontdekken te midden van de vriendengroep of de klas. Een dergelijke bewustwording wordt – onder meer, maar lang niet alleen– gevoed op bezinningsdagen of andere bezinningsmomenten op school. Een onderscheidende benadering kan ook helpen om leerlingen te begeleiden bij het maken van studiekeuzes en keuzes op andere gebieden. Dit begint al in de les, waar onze vragen kunnen peilen naar een dieper interesseniveau bij de leerling: “Wat betekent wat we nu geleerd hebben voor jou? Hoe en waarom spreekt dit kunstwerk, deze tekst je aan? Wat betekenen wetenschappen, talen of kunst voor jou? Wat geeft je smaak?” Dit zal des te beter werken naarmate je als leerkracht zelf ook reflecteert: “Wat geeft mij meer leven, wat doet mij openbloeien, wat voedt mij? Of integendeel: in hoeverre laat ik me door onvrijheden, vooroordelen of angst beïnvloeden? Waarom doe ik wat ik doe?” Met die reflectie stel je dus de vraag naar het zinvolle perpectief in je eigen leven, het perspectief dat we onze leerlingen voorleven.