Met onderstaande tekst wil het nieuwe directieteam de schoolvisie aan u voorstellen.
Visie en missie.
De tien bewegingen.
Het nieuwe directieteam wil zich ten volle inzetten om de vorming van jonge mensen, op de wijze zoals die beschreven wordt in het ignatiaans opvoedingsproject, mogelijk te maken en te bevorderen. We willen dus een context creëren waarin jongeren kunnen uitgroeien tot bekwame, bewuste en bewogen mensen met een hart voor de wereld.
Het Sint-Barbaracollege is een domeinoverschrijdende doorstroomschool, die de leerlingen voorbereidt op hogere studies. Ons pedagogisch project kunnen we samenvatten in onderstaande tien bewegingen. Het integrale pedagogische project vind je hier terug.
- Vertrouwen geven.
- Zorg dragen voor leerlingen.
- Uitdagen tot meer.
- Smaak geven.
- Reflecteren en kritisch kiezen.
- De hele mens vormen.
- Samen werken, samen leven.
- Perspectieven openen.
- Zorg dragen voor de wereld.
- Handelen in dankbaarheid.
Hoezeer ook we het op materieel vlak getroffen hebben in deze tijd en op dit deel van de aarde, toch is het voor onze jongeren vaak een verwarrende en soms beangstigende wereld. Uit vele gesprekken met leerlingen komt vaak de vraag naar meer houvast. Ze hebben zeker in hun groeijaren nood aan mensen die in hun levensverhaal willen meestappen en die hen kunnen helpen om meer zinvolheid te ervaren.
Als wij het door Ignatius neergeschreven ideeëngoed gestalte geven, kan dat niet anders dan positieve effecten hebben in de persoonlijkheidsvorming van onze leerlingen, en zelfs -eerder indirect weliswaar- in onze bredere samenleving.
Het doel van dit project is immers om jongeren te vormen die met al hun talenten in dienst van de gemeenschap kunnen staan. We onderschrijven hierbij de ervaring dat betekenisvol kunnen zijn voor anderen een hoge voldoening schenkt.
Doorheen de drukke schooldagen willen we regelmatig stilstaan met onze leerlingen om te peilen naar wat hen beweegt. Naast het evidente en zichtbare, willen we – om aan hun noden te voldoen – een klimaat scheppen waarin verwondering, bewondering, verstilling en dankbaarheid kunnen groeien in hen én in onszelf. We willen op een hedendaagse manier en met de woorden van deze tijd aandacht vragen voor wat Ignatius verwoordde als: ‘God in alles vinden.’
Het begrijpen en onderzoeken van de wereld.
Om dit doel te bereiken sporen de leerkrachten via hun vak onze leerlingen aan om de wereld steeds beter te leren begrijpen. Zo krijgen ze o.a. oog voor de ongelijkheid die steeds groter wordt, voor het fanatisme dat verzurend werkt, voor de natuur die meer zorg nodig heeft en voor de vele verschillen in culturen en tussen mensen. Enkel wanneer onze leerlingen zich bewust worden van de wereld waarin ze leven, kunnen ze op een bekwame en betrokken wijze voor de wereld en voor de mensen iets betekenen. In het bijzonder willen we hen gevoelig maken voor de kwetsbare mensen. Overal waar er nood is, moeten onze leerlingen het verschil kunnen maken.
Een degelijke vorming als beste voorbereiding voor de taak.
Om jongeren tot meer dienstbaarheid te vormen, geven we enkele waarden een prominente plaats. We vinden het ontwikkelen van een hoog taalniveau erg belangrijk, omdat dit het kritisch denken, het vermogen tot glashelder argumenteren en het constructief dialogeren mogelijk maakt. Taal, gevrijwaard van cynisme en botheid, verbindt mensen met elkaar en kan ons leren genieten van cultuur. In ons taalonderwijs richten we ons zo min mogelijk naar alle vormen van communicatie die bliksemsnel worden uitgewisseld, maar kiezen we voor alles wat in de diepte van onze geest doorwerkt en ons beklijft. Om dit mogelijk te maken willen we inzetten op een sfeer van vertraging en rust. De regelmaat in onze dagindeling en de discipline die we van onze leerlingen vragen dragen daar zeker toe bij.
Het bijbrengen van degelijke kennis via de verschillende vakken willen we hand in hand laten gaan met het stimuleren van nieuwsgierigheid en onderzoeksdrang. We vinden het belangrijk dat leerlingen individueel of in groep, met doordacht gebruik van de allernieuwste technieken, zelf onderzoeken kunnen verrichten en hun bevindingen leren verwoorden.
Het directieteam wil dus een antwoord bieden op het minder positief beeld van het onderwijs dat in de actualiteit opgehangen wordt. Studies tonen effectief aan dat de kwaliteit van ons onderwijs erop achteruitgaat.
Uitdagingen: eindtermen, leerplandoelen en het eigen project
Het ‘onderwijskwaliteitskader’ hanteren we binnen ons opvoedingsproject als een houvast en referentie voor wat de overheid van ons verwacht. Ook richten we ons actief op vele bevindingen en raadgevingen van de commissie ‘beter onderwijs’ van oktober 2021.
De overheid formuleerde eindtermen die als minimumdoelstellingen gehaald moeten worden. Om dat te bereiken baseren wij ons op de leerplannen van het Katholiek onderwijs Vlaanderen. Het bereiken van die leerplandoelen op zich is een must. Tegelijkertijd zou het zonde zijn om – indien de klasgroep dit aankan – niet verder te gaan dan dit. Het is dus de verantwoordelijkheid van iedere leerkracht om de leerlingen zo ver mogelijk te brengen. Dat wil meteen zeggen dat de lessen in verschillende klassen niet noodzakelijk parallel zullen verlopen, met als gevolg dat er ook een verschil kan zijn in de evaluatie. Klassen die het duidelijk moeilijker hebben met het bereiken van de vooropgestelde leerplandoelen moeten meer tijd krijgen om deze leerstof ten gronde te verwerken. Het is aan ons om die leerlingen te motiveren en te stimuleren met een positief leerklimaat waarin het goede benoemd wordt en niet als een evidentie wordt beschouwd. Leerlingen die vlot deze minimumdoelstellingen halen moeten meer uitgedaagd worden.
Persoonlijke reflectie.
Onze school wil ook een plaats zijn waar het woord God nog mag uitgesproken worden. Stil worden en ruimte en tijd maken voor het innerlijke leven is een essentieel onderdeel in onze opvoeding. Enkel in de stilte kan er verbondenheid met het hogere ontstaan. Niet alleen voor de tastbare uiterlijke wereld, maar ook voor wat ons innerlijk beweegt en persoonlijk overstijgt vragen we aandacht.
In diezelfde geest oefenen we onze leerlingen om alles in de juiste context te plaatsen en rekening te houden met verschillende perspectieven. In een gevorderde fase hopen we hen uit te nodigen om los te komen van de eigen onmiddellijke gevoelens, voorkeuren en angsten. Zo ontstaat een zelfkritisch bewustzijn. De kritische zin die we willen aanscherpen is vooral een terugblikken en analyseren van de eigen inzet en beweegredenen, waaruit een bewuste en schoonmenselijk karakter kan groeien. Ze is niet bedoeld om kritisch en neerbuigend t.a.v. anderen te zijn.
Onze opvoeding op school heeft dus als doel om mensen te vormen met een stevige innerlijke grondhouding, zodat ze vanuit een fijne menswaardige houding als vrije mensen de samenleving beter kunnen maken.
Zorg voor elkaar.
De school wil voor iedereen een veilige en fijne werk- en leefomgeving zijn. Om dit te bereiken is het cruciaal dat iedereen een open, eerlijke en respectvolle houding aanneemt. Vriendelijkheid en empathisch vermogen schrijven we dan ook hoog aan. Het zijn basisvaardigheden om samen te bouwen aan een warme school.
Het directieteam wil ook beter zorg dragen voor alle medewerkers. Voor het welslagen van ons project is dit ook van groot belang. Alles staat of valt met hun bezieling en enthousiasme. Als we willen bekomen dat onze leerkrachten op een fijne manier geboeid lesgeven, toezien op de juiste moeilijkheidsgraad en vriendelijk tussen de leerlingen staan, moeten ze hiertoe ook de kans krijgen. Want niet alleen de leerstof vormt leerlingen, maar eveneens – en wellicht vooral – de persoonlijkheid van de leerkracht en opvoeder.
De verschillende leden van het directieteam willen voor die opdracht voldoende tijd maken om met elke leerkracht en opvoeder in gesprek te kunnen gaan. Het team wil ook nauw samenwerken met de verschillende geledingen van de school om de inbreng van alle betrokkenen zo groot mogelijk te houden.
Ook wil het directieteam in toenemende mate werk maken van een goede organisatie en een transparante communicatie. De nood aan een duidelijk kader met heldere afspraken is groot. Het dagdagelijkse reilen en zeilen van de school moet rust en overzicht brengen.
Tot slot zijn alle leden van het directieteam zich heel bewust van de vele uitdagingen en van het groot belang om onderling goed samen te werken. We leven met de overtuiging dat er op alle vlakken nog veel groeimarge is en vragen voldoende tijd en ruggensteun aan alle betrokkenen om daadwerkelijk te kunnen groeien.
Samengevat kunnen we dus stellen dat we als school
- ons inzetten voor intellectueel uitdagend onderwijs en streven naar een zo hoog mogelijk studiepeil voor elke leerling.
- aan elke leerling de nodige ‘instrumenten’ willen bieden om dit hoge studiepeil te bereiken (brede basiszorg), eventueel aangevuld met remediëring/ondersteuning/begeleiding (verhoogde zorg).
- extra aandacht besteden aan taal, film, toneel, literatuur, muziek … tijdens en na de lessen.
- werken aan een aangename en veilige omgeving en positief leer- en leefklimaat voor iedereen, dat gebaseerd is op een rustgevend kader van duidelijke afspraken en regels.
- belang hechten aan beweging en sport, niet alleen om de gezondheid van het lichaam te bevorderen maar ook voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid.
Als school zetten we ons in om leerlingen te vormen die
- steeds een vriendelijke, beleefde en dankbare houding aannemen.
- goed kunnen samenwerken.
- blijven werken aan hun persoonlijke vorming en blijven groeien.
- geleerd hebben om hun eigen werk, woorden en daden kritisch te onderzoeken en zichzelf bij te sturen.
- hun talenten ten volle gebruiken en verder ontwikkelen, niet enkel tot nut van zichzelf maar tot nut van de samenleving.
- een bewuste, ecologische en gezonde levenshouding aannemen.
- een open en optimistische blik op de wereld hebben en houden, en dit vertolken in openhartigheid, gemoedelijkheid en gezonde humor.
- een brede interesse ontwikkelen en op eigen initiatief datgene wat hen het meest begeestert verder willen onderzoeken en er vooruitgang in maken.
- empathisch zijn en respectvol met elkaar en de wereld omgaan.
- oog hebben voor de wereld om zich heen, in het bijzonder voor de meest kwetsbaren, en die zich inzetten op sociaal vlak; die niet enkel gericht zijn op het individu, maar ook op de maatschappij.
- ook oog hebben voor het vele goede in de wereld en de mensen, die dit willen benoemen en mee helpen uitdragen. Want dit schenkt voldoening, vreugde, verbondenheid en kracht.
Het directieteam